Lesgeven is een fantastische ervaring. Het enthousiasme dat je soms terugkrijgt van leerlingen als ze aan je lippen hangen of ijverig met een opdracht bezig zijn, dat is fantastisch. Ik heb in de afgelopen 10 jaar op middelbare scholen, het mbo en het hbo lesgegeven. Ik heb hier mooie herinneringen aan, maar ook wel een paar minder leuke.
Vooral het verplichte aspect heeft me altijd parten gespeeld. Ik ben van nature iemand die graag tekent en liefde voor kunst heeft. Dit blijkt niet voor alle leerlingen zo te werken en sommigen hebben zelfs geen enkele interesse. Niet voor mijn vak, niet voor een ander vak, niet voor school. Gelukkig zijn er ook leerlingen die ontzettend leergierig zijn.
Daarom vraag ik me nu af, was het de moeite waard? was het de energie en het gepieker waard? In deze blog probeer ik daar voor mezelf een antwoord op te geven.
1. Een idee over docentschap
2. Lesgeven in de kunst
3. Het systeem
4. Enthousiasme en motivatie
5. Persoonlijk ambities

Werkplaatsinstructeur op het mbo. 2018.
1. Een idee over docentschap. In 2011 begon ik aan mijn opleiding tot docent Beeldende Kunstzinnige Vorming. Een opleiding om kunstdocent te worden. Aanvankelijk sprak het idee van kunstlessen me helemaal niet aan. Ik heb zelf niet hele goeie ervaringen met de middelbare school (ik werd veel gepest), maar ook de tekenlessen vond ik niet altijd even boeiend.
Tekenen vond ik ontzettend interessant, maar de lessen vond ik vaak nogal truttig en ik ervaarde niet de vrijheid die ik voelde als ik voor mezelf aan het tekenen was. Toch begon ik aan een studie tot tekenleraar, maar ik zag mezelf meer als coach, dan als docent.
Naar mate ik meer ervaring kreeg met lesgeven veranderde dit wel. Ik merkte dat je voor een goeie lesopbrengst niet te veel ruimte voor interpretatie moest overlaten. In ieder geval niet op het vmbo. Dus mijn lessen werden steeds gestructureerder met duidelijke doelen. Maar ik probeerde ten alle tijde aansluiting te vinden bij de belevingswereld van de leerling.
Toen ik op een Zwolse mbo-school ging werken in 2014 begon ik met Photoshop- en Illustratorlessen. Dit waren in feite erg afgebakende opdrachten, waarbij leerlingen gewoon een lesprogramma volgden. Dit beviel me erg goed, dit stelde precies vast wat een leerling zou moeten kunnen, en later kwam de vrijheid dan wel.
Naarmate het jaar vorderde was ik meer betrokken als werkplaats assistent. Een baan die ik geweldig leuk vond. Studenten kwamen naar me toe met een technisch of creatief probleem en door te praten en samen naar een oplossing te zoeken kwamen de studenten met fantastische nieuwe ideeën voor hun kunstwerken. Dit kon een ontwerp voor een winkeletalage zijn of een abstract werk op doek.
Ik had het idee dat ik mijn droombaan had gevonden en ik de rest van mijn leven op deze school zou blijven werken.

De werkplaats waar ik met veel plezier leerlingen assisteerde bij hun projecten. 2015.
2. Lesgeven in de kunst. Het mooie van 'mijn' vak is dat als een leerling vraagt wat ze leuker vinden: Nederlands of Tekenen, ze altijd voor Tekenen zullen kiezen. Tuurlijk zijn er leerlingen die graag naar een taalvak of wiskunde gaan, maar de meeste leerlingen vinden de kunstvakken leuk of in ieder geval leuker dan andere vakken.
Toen ik na het mbo op allerlei andere scholen ben terecht gekomen realiseerde ik me hoe bijzonder het was dat ik de hele dagen mocht praten over kunst en mocht voortekenen op het schoolbord. Dat was voor mij het allerleukst, de hele dagen met kunst bezig zijn. Dus met dat enthousiasme heb ik ook geprobeerd les te geven. Tekenen is leuk, en anders moet je het maar leuk maken.
Maar mijn enthousiasme werd niet door alle leerlingen en studenten gedeeld. Op de middelbare school merkte ik hoe onzeker leerlingen kunnen zijn. Of ze wel goed konden tekenen of over genoeg creativiteit beschikten. Maar ook over de schoenen die ze aan hebben, of hun haar goed zit en hun positie in de klas.
Hierdoor merkte ik dat het vak dat ik gaf ( o.a. Tekenen, Handvaardigheid en Beeldende Vorming ), totaal niet relevant was. Leerlingen zijn helemaal niet bezig met het vak, maar vooral met elkaar en wat ze moeten doen om over te gaan. Een groot deel zal mijn vak misschien leuk vinden, maar ze zien leren niet als een doel op zich.
Dus mijn ideeën over het ontwikkelen van tekenvaardigheden werden wel geaccepteerd, maar puur om een goed cijfer te krijgen. Als ik ontzettend m'n best had gedaan om een mooie opdracht te bedenken en deze stap voor stap aan te bieden kon ik me ontzettend ergeren aan de vraag: "is dit een voldoende?"
Niet iedereen zit er om iets te leren. Een groot deel zit er omdat ze leerplichtig zijn.

Een wand vol prachtige Bob Ross schilderijen uit de brugklas. 2021.
3. Het systeem. Het onderwijs is enerzijds een prachtige wereld, waarin je de kans krijgt om echt iets voor iemand te betekenen. Op het mbo was dat voor de student die vastliep in zijn proces, maar op de middelbare school kon dat ook betekenen dat je een kind helpt met zijn band oppompen.
Dat kon heel leuk zijn, zeker als kinderen je cool vinden omdat je Minecraft ook een leuk spel vind, of omdat je een youtube-kanaal hebt. Maar het onderwijs is niet alleen maar het vak dat je geeft en het contact met de leerling. Onderwijs bestaat uit allerlei systemen en binnen die systemen moet je proberen zoveel mogelijk van je lesmateriaal overeind te houden.
Zo merkte ik dat er op de mbo-school geen ruimte was voor mij als docent. Ondanks dat ik de juiste papieren had. Ik was namelijk een werkplaats assistent en die behoort tot de ondersteunende dienst en niet tot de docenten. Dit frustreerde me mateloos want hierdoor voelde het alsof mijn kansen werden ontnomen en ik niet mijn ware kwaliteiten kon laten zien.
Later ben ik op andere scholen gaan werken. Eerst op een school in Hoogeveen en later op een middelbare school in Woerden. Aanvankelijk dacht ik dat ik hiermee mijn doelen als kunstdocent kon verwezenlijken. In het begin was dat ook zo, ik kreeg veel vrijheid om lesmateriaal te ontwikkelen en nieuwe dingen uit te proberen.
Maar elk jaar kwamen er regeltjes bij. Zo wisselden beoordelingscriteria constant en alles moest verantwoord worden. We moesten vaak leesuren afnemen om het leesniveau van scholieren op te krikken. Elke docent moest mentor worden en daarmee allerlei zorgtaken verrichten. Contact met ouders, schoolkamp, excursies, zorgverleners, etc.
Na een aantal jaar begon ik me af te vragen in hoeverre ik nog aan het lesgeven was.
Disclaimer. dit was een persoonlijke keuze, ik verwijt niemand iets en ik heb veel respect voor het onderwijs en de scholen waar ik voor heb gewerkt.

Het tekenlokaal waar ik jarenlang heb gewerkt.
4. Enthousiasme en motivatie. Mijn persoonlijk uitgangspunt als docent is altijd mijn liefde voor het tekenen geweest. Goed kunstonderwijs, waarin een leerling zich echt kan ontwikkelen binnen het vakgebied. Hierdoor heb ik tal van projecten en initiatieven opgezet om een student of leerling echt unieks te kunnen bieden.
Inmiddels zijn we 10 jaar verder en soms vraag ik me af of ik gefaald heb. Wat doe je als je lesgeeft aan een klas die liever buiten gaat zitten vapen, dan luisteren naar je verhaal over compositie en beeldopbouw? Waar doe je het dan nog voor?
Toch weet ik zeker dat een hoop leerlingen uitkijken naar het moment in de week dat ze in mijn les op bezoek mochten komen. En dat ik ze iets mocht vertellen over de kunsthistorische waarde van Asterix en Obelix of de ontwikkeling van het schoonheidsideaal in de kunst. Er waren momenten dat ik me echt geweldig voelde omdat iedereen keihard aan het werk was aan zijn eigen product.
Maar ook ik ben menselijk en na ruim 7 jaar lesgeven op de middelbare school zag ik elk jaar het niveau dalen. Terwijl ik vond dat mijn lessen steeds beter werden. Dus ik begreep niet waar dat vandaan kwam en ik voelde me ook steeds meer alleen staan als kunstdocent. Het leek soms alsof mijn visie anders was dan die van mijn collega’s.
Natuurlijk kun je niet elke dag met passie voor de klas staan. Soms is het gewoon werk, maar toen ik in 2024 een burn-out kreeg heb ik besloten dat dit mijn laatste jaar zou worden. Een jongere generatie kan wellicht meer frisheid en geduld opbrengen dan ik. En ik kan wat anders gaan doen met mijn leven.
Aan het einde van het schooljaar ben ik gestopt en viel er een enorme last van me af.

Als bedankje krijgt elke mentorleerling een tekening van me aan het einde van het jaar.
5. Persoonlijke ambities. Nu ik geen les meer geef ben ik niet meer 'Meneer Wanders', maar gewoon Ron. Dat bevalt me eigenlijk wel goed. Ik heb altijd het idee gehad dat ik mezelf een rol moest aanmeten als docent en dat ik het soms moeilijk vond om die rol weer af te schudden.
Aanvankelijk dacht ik dat het naast elkaar kon bestaan. Geld verdienen als docent en ondertussen tijd en energie steken in mijn eigen bedrijf. Maar gaandeweg vond ik dat steeds moeilijker. Zeker toen ik ook tijd wilde investeren in onze kinderen en ons gezin. Ik had constant het idee dat ik of het één of het ander tekort deed.
Inmiddels ben ik fulltime papa en spendeer ik de tijd die overblijft aan mijn creatieve onderneming. Dit bevalt me een stuk beter. Ik heb het idee dat ik nuttig werk doe en iets bijdraag in het leven van onze kinderen. Daarnaast heb ik meer ruimte om mijn artistieke ambities te kunnen waarmaken.
Ik ben trots op wat ik heb bereikt als docent. Alles wat ik heb mogen investeren in het onderwijs en de leuke momenten die ik terugkreeg van leerlingen als ze moesten lachen om mijn grapjes. Ik denk dat er een hoop kinderen zijn die het heerlijk vonden om met een simpele tekenopdracht op adem te kunnen komen. En even alle vermoeiende wiskunde sommen of Duitse grammatica achter zich te kunnen laten.
Maar ik besef me ook dat ik niet altijd behoefte heb om die leuke grappige docent te zijn. Soms verlangde ik gewoon meer inzet. En als dat er dan niet was, begon het onderwijs aan me te knagen. Misschien deed ik het zelf verkeerd, misschien lag het niet aan de leerling, maar aan mijn motivatie en doorzettingsvermogen.
Die strijd ligt nu achter me. Ik maak aquarellen van stads- en dorpsgezichten. Die eenvoud geeft me de rust en ruimte in mijn hoofd die ik lang heb gemist.

Het schoolgebouw waar ik jaren met veel plezier heb lesgegeven. 2025.
Toen ik na 7 jaar lesgeven afscheid van het voortgezet onderwijs nam, heb ik geheel in stijl van mijn nieuwe loopbaan een aquarel van het schoolgebouw gemaakt. Ik vond dit ontzettend leuk en betekenisvol om te doen. Toen ik hiermee bezig was kwamen er heel wat leerlingen kijken. In eerste instantie vond ik het wat ongemakkelijk en spannend. Ik had ze immers al een half jaar niet gezien.
Maar ik kreeg ontzettend leuke reacties en veel leerlingen wilden weten waar het kwam te hangen. Hoewel ik het eigenlijk voor mezelf schilderde, heb ik deze aquarel toch aan school geschonken. Het krijgt nu een mooi plekje in het schoolgebouw.
Uiteindelijk vond ik dit zo'n leuke ervaring dat ik besloten heb om meer aquarellen van Woerden en mijn oude werkomgeving te maken. Binnenkort laat ik een gezicht op Harmelen zien.
Bedankt voor het lezen van deze blog. Als er nog op- of aanmerkingen zijn, dan hoor ik het graag in de reacties hieronder.
-Ron
Reactie plaatsen
Reacties
Hallo Ron.
Leuk om jouw Blog te lezen. Ik herken me zelf hier deels in. Ik heb 20 jaar voor de klas gestaan als docent groen en plant aan vmbo em Mio. Vooral praktijklessen gegeven. Maar ook diverse cursusen met volwassenen en "kansloze" jong volwassenen. Deze cursussen gaven mij de meeste voldoening want het was hoofdzakelijk praktijk in het veld.
Ron, wat een indrukwekkende zelfevaluatie. Veel van wat je zegt, herken ik. Ik heb net 42 jaar lesgeven in het onderwijs afgesloten, maar het bleef vaak knagen. Ik herken je frustratie. Die heb ik met hobby's bestreden. Ik kan me voorstellen dat je een ander pad bent ingeslagen. Dapper. Succes.